Speciale functies in de verslaglegging gebruiken
Naast de basisfunctionaliteiten zijn er nog veel mogelijkheden:
Bepaalde velden in de verslaglegging gaan over zaken die in alle behandelepisodes van een patiënt gelijk blijven. Denk hierbij aan de medische historie of informatie als medicijngebruik / sport / beroep. Bij het aanmaken van een nieuwe behandelepisode wil je deze gegevens overnemen uit vorige behandelepisodes. Daarna kun je ze alsnog wijzigen en/of aanvullen. De nieuwe functionaliteit maakt dit mogelijk.
Via de volgende link kun je het bijbehorende filmpje bekijken https://youtu.be/_E0HqdQH6SE |
- Je hebt nog een behandelepisode bij een patiënt open staan op tabblad “1. verslaglegging” of je opent deze opnieuw.
- In verslagleggingsrichtlijnen, waarin velden gemarkeerd zijn voor het overnemen van historische patiëntgegevens, zie je boven die velden
.
- Klik op
.
- De tekst in het onderste (laatste) veld is standaard geselecteerd; je kunt zelf andere teksten selecteren.
Selecteer de tekst die je wil toevoegen in het veld. Hou de Ctrl-toets ingedrukt om meerdere stukken tekst tegelijk te selecteren.
Druk op “Escape” om een selectie ongedaan te maken. - Klik op “OK”; de geselecteerde historische patiëntgegevens worden overgenomen. Je kunt deze nog aanpassen.
Extra informatie
- Nadat je op “OK” hebt geklikt, wordt de geselecteerde tekst uit alle memo’s achter elkaar geplakt. Ieder stukje geselecteerde tekst begint daarbij op een nieuwe regel. Dit is om te voorkomen dat teksten uit de verschillende behandelepisodes aan elkaar gekoppeld worden.
Worden historische gegevens overgenomen naar een veld waarin maar één regel beschikbaar is, wordt er een spatie gezet tussen twee regels uit één selectie. De verschillende selecties worden gescheiden door een tekst ” … “. - Afhankelijk van wat je in de historische gegevens geselecteerd hebt, kan het gebeuren dat teksten na het overnemen niet meer chronologisch zijn.
- Bij het aanmaken van het scherm “(veldnaam) in eerdere behandelepisodes” worden behandelepisodes van alle verslagleggingsrichtlijnen bekeken. Alleen als in vorige behandelepisodes de verslagleggingsrichtlijn richtlijn gelijk is aan de richtlijn in de nieuwe behandelepisode (of als er een conversie beschikbaar is van die oude richtlijn naar de nieuwe richtlijn) kan het veld worden opgenomen als historie.
Daarbij geldt ook, dat velden uit behandelepisoden waar de behandelaar een ander is dan de aangemelde medewerker alleen worden opgenomen in de historie als de aangemelde medewerker niet behoort tot een gebruikersgroep waar “Alleen eigen behandelepisodes” op “Ja” staat.
Velden in formulieren kunnen verborgen zijn. Bijvoorbeeld het veld “Lokalisatie / aard….” bij directe toegankelijkheid. Verander je later de binnenkomst naar “verwijzing”, zie je dit veld niet meer, maar blijven ingevoerde gegevens wel bestaan. Velden die niet zichtbaar zijn, worden ook niet meegenomen in de historische gegevens. |
In de verslaglegging kun je standaard teksten gebruiken. Dit zijn veelgebruikte teksten die je bewaart en kunt oproepen. Deze teksten hoeven dan niet telkens ingetypt te worden. De bouwer van de verslagleggingsrichtlijn kan al dergelijke teksten meeleveren. Vandaar dat er twee typen standaard teksten zijn: de “eigen teksten” en de “standaard teksten”.
Via de volgende link kun je het bijbehorende filmpje bekijken https://youtu.be/Z7NFYcYEOAg |
- Open een behandelepisode op tabblad “1. Verslaglegging”.
- Klik in een veld. Bij velden waar standaard teksten gebruikt en toegevoegd kunnen worden, zie je het icoon
.
- Klik op
.
- Je ziet de “standaard teksten” en/of de “eigen teksten”. Klik op een tekst;
het wordt ingevuld in het veld. - Je kunt deze tekst nog wijzigen of aanvullen.
Geneste teksten
Standaardteksten kunnen onderverdeeld worden in submenu’s. Zo kan een overzichtelijke lijst gemaakt worden met onderwerpen, waaronder verschillende keuzemogelijkheden zijn.
- Open een behandelepisode op tabblad “1. Verslaglegging”.
- Klik in een veld. Bij velden waar standaard teksten gebruikt en toegevoegd kunnen worden, zie je het icoon
.
- Klik op
.
- Achter de standaard tekst die nog verder uitgewerkt is zie je een pijl.
- Klik op die tekst;
het menu wordt geopend, en je ziet de opties. - Klik op een standaard tekst;
de tekst wordt ingevuld in het formulierveld. - Je kunt deze tekst wijzigen of aanvullen.
Extra informatie
Bij het importeren van een nieuwe versie van een verslagleggingsrichtlijn worden alle (geneste) standaardteksten die de eindgebruiker heeft toegevoegd, gekopieerd naar de nieuwe geïmporteerde richtlijn. Voor iedere gekopieerde (geneste) standaardtekst wordt gecontroleerd of deze gekoppeld is aan een veld in de verslaglegging. Als dat zo is, wordt de gekopieerde (geneste) standaardtekst gekoppeld aan het nieuwe veld.
Belangrijke opmerkingen of mijlpalen in de verslaglegging kun je markeren. Als een veld gemarkeerd is, wordt ook het formulier gemarkeerd. Daardoor zie je in een oogopslag in welke formulieren een veld gemarkeerd is.
Veld markeren
Je kunt op twee manieren een veld markeren.
- Klik in het veld dat je wil markeren; de iconen
en
worden geactiveerd.
- Klik op
vóór het veld of klik op
en klik op “Markeren”.
- Het icoon
vóór het veld kleurt blauw. Ook zie je in de navigatie dat het formulier met dat veld is gemarkeerd
.
Herhaal stap 2 om de markering ongedaan te maken.
De markering blijft zichtbaar in het “Overzicht sessieformulieren” en als je de behandelepisode of een formulier print via “Printen”. |