Welkom op Intramed Expert!
Het kenniscentrum van Intramed

Patiënt rapportages

In Intramed zijn er verschillende rapportages over patiënten beschikbaar, waarmee je overzicht houdt over je patëntenregistratie. 

Via de patiëntenlijst kun je een overzicht afdrukken van alle patiënten in je administratie. 

  1. Klik op menu [Bestand], [Patiënten].
  2. Klik op “Printen”, “Overzicht”.
  3. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  4. Stel zo nodig filters in.
     

    Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. 

    Veld
    Omschrijving

    Therapeut:

    Klik op  en dubbelklik op de medewerker van wie je de patiënten wil afdrukken.
    .

    Patientnr.:

    Klik op  en dubbelklik op de patiënt die je wil opnemen in het overzicht.

     In het scherm “Selecteren Patient” zijn onderin het scherm standaard 2 filters aangevinkt: “Aangemelde medewerker” en “In behandeling”. Als je de patiënten van alle medewerkers wil zien en ook de patiënten die niet meer in behandeling zijn, vink je beide filters uit.

    Status:

    Klik op  en kies of je alleen patiënten met status “In behandeling” of “Niet in behandeling” wil afdrukken.

    Aanvullend verzekerd:

    Klik op  en kies of je alleen patiënten met een aanvullende verzekering (optie “Ja”), of zonder aanvullende verzekering (optie “Nee”) wil afdrukken.

    Verzekeraar (Basis):

    Klik op  en dubbelklik op een verzekeraar. Alleen patiënten die een basisverzekering hebben bij de geselecteerde verzekeraar, worden meegenomen in het overzicht.

    Huisarts:

    Klik op  en dubbelklik op een arts. Alleen patiënten bij de geselecteerde huisarts worden meegenomen in het overzicht.

    Postcode:

    Typ de postcode in. Alleen patiënten met de ingetypte postcode worden meegenomen in het overzicht.

     Je kunt ook een gebied selecteren. Bijvoorbeeld “1200..1240” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode tussen 1200 en 1240 hebben.

    Werkgever:

    Klik op  en dubbelklik op de werkgever. Alleen patiënten bij de geselecteerde werkgever worden meegenomen in het overzicht.

  5. Stel zo nodig een andere sortering in.
    Veld
    Omschrijving

    Sortering:

    Klik op  en kies een sorteermogelijkheid.

  6. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  7. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  8. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  9. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Vanuit de patiëntenlijst kun je een overzicht afdrukken van patiëntgegevens. Je kunt daarbij een selectie maken, bijvoorbeeld alleen alle patiënten van een bepaalde medewerker, verzekeraar of huisarts. Op dit overzicht worden de gegevens van het adres van de patiënt, zijn behandelseries en verzekeringen vermeld. 
Zo kun je bijvoorbeeld voor een telefonisch overleg met een huisarts van tevoren de patiëntgegevens printen van alle in behandeling zijnde patiënten van de huisarts.

 

Je kunt dit rapport ook printen via menu [Bestand], [Artsen], klik op “Printen”, “Patientrapporten”.

  1. Klik op menu [Bestand], [Patiënten].
  2. Klik op “Printen”, “Rapport”.
  3. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  4. Filter zo nodig op tabblad “1. Opties” of je opmerkingen wil afdrukken.
    Veld
    Omschrijving

    Opmerkingen afdrukken:

    Klik op  en kies voor de “Ja” als je de opmerkingen (die zijn genoteerd op tabblad “3. Bijzonderheden” van de patiëntgegevens) wil afdrukken.

  5. Filter zo nodig op tabblad “2. Patienten” op patiënten van wie je de gegevens wil afdrukken.
     

    Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens.

    Veld
    Omschrijving

    Therapeut:

    Klik op  en dubbelklik op de medewerker waarbij je een overzicht wil afdrukken.

    Patientnr.:

    Klik op  en dubbelklik op de patiënt die je mee wilt nemen in het overzicht.

    Status:

    Klik op  en kies of je de patiëntgegevens van patiënten met status “Niet in behandeling” of “In behandeling” wil afdrukken.

    Aanvullend verzekerd:

    Klik op  en kies of je de patiëntgegevens van patiënten met een aanvullende verzekering wil afdrukken (“Ja”), of alleen de patiënten zonder aanvullende verzekering (“Nee”).

    Verzekeraar (Basis):

    Klik op  en dubbelklik op de verzekeraar. De patiënten die onder deze verzekeraar(s) vallen met hun basisverzekering, worden meegenomen.

    Huisarts:

    Klik op  en dubbelklik op de arts. De patiënten met deze arts worden meegenomen.

    Postcode:

    Typ de postcode(s) in dit veld. Alleen patiëntgegevens van patiënten in dat postcodegebied worden afgedrukt.

  6. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  7. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” ingesteld hebt.
  8. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  9. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Je kunt vanuit de patiëntenlijst een telefoonlijst afdrukken van de patiënten in de administratie. 

 

Je kunt ook een telefoonlijst afdrukken via de agenda. Je kunt dan een telefoonlijst per dag of per week afdrukken.

  1. Klik op menu [Bestand], [Patiënten].
  2. Klik op “Printen”, “Telefoonlijst”.
  3. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  4. Stel zo nodig filters in.
    Veld
    Omschrijving

    Patientnr.:

    Typ het patiëntnummer van de patiënt(en) die je wil opnemen in de lijst. Als je niets invult, worden alle patiënten meegenomen.

    Postcode:

    Typ de postcode in. Alleen patiënten met de ingetypte postcode worden meegenomen in de telefoonlijst. Als je niets invult, worden alle postcodes meegenomen.

     Je kunt ook een gebied selecteren. Bijvoorbeeld “1200..1240” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode tussen 1200 en 1240 hebben.

    Geboortedatum:

    Typ de geboortedatum van de patiënt in. Als je het veld “Patientnr.” al heeft ingevuld, hoef je in het veld “Geboortedatum” niets in te vullen.

     Alle patiënten met deze geboortedatum die voorkomen in de patiëntenlijst worden afgedrukt.

    Geslacht:

    Klik op  en kies of je alleen patiënten met geslacht “Man”, “Vrouw” of “Onbekend” wil afdrukken.

    Therapeut:

    Klik op  en dubbelklik op een medewerker van wie je de patiënten wil afdrukken.

    Huisarts:

    Klik op  en dubbelklik op een arts. Alleen patiënten bij de geselecteerde huisarts worden meegenomen in de lijst.

    Verzekeraar (AV):

    Klik op  en dubbelklik op de verzekeraar. Alleen patiënten die een aanvullende verzekering hebben bij de geselecteerde verzekeraar, worden meegenomen in de lijst.

    Verzekeraar (Basis):

    Klik op  en dubbelklik op de verzekeraar. Alleen patiënten die een basisverzekering hebben bij de geselecteerde verzekeraar, worden meegenomen in de lijst.

    Status:

    Klik op  en kies of je alleen patiënten met status “In behandeling” of “Niet in behandeling” wilt afdrukken.

  5. Stel zo nodig een andere sortering in.
    Veld
    Omschrijving

    Sortering:

    Klik op  en klik op een sorteermogelijkheid.

  6. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  7. Klik op “OK”.
     
  8. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  9. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Via de patiëntenlijst kun je een mailing sturen naar je patiënten. Zo kun je bijvoorbeeld een enquête, afspraakherinnering of een bevestiging van de 1e afspraak sturen.

 

Er kan alleen een mailing gestuurd worden naar patiënten waarbij op tabblad “2. Financieel/Mailing” het vak “Mailing toegestaan” is aangevinkt.  

  1. Klik op menu [Bestand], [Patiënten].
     

    Je kunt de lijst “Patienten” filteren. De filters worden overgenomen op tabblad 1 van de wizard “Mailing”. Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.

  2. Klik op “Printen”, “Mailing”.

Tabblad 1

Wizard Mailing vanuit patiëntenlijst tab 1

  1. Vul de velden in.
    Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. 
    Veld
    Omschrijving

    Mailgroep:

    Klik op  en dubbelklik op de mailgroep naar wie je een mailing wilt sturen. Als je niets invult worden alle patiënten meegenomen.

    Pas aanvullende filters toe:

    Vink het vak uit als je geen aanvullende filters wilt toepassen. De onderstaande filtervelden zijn dan niet beschikbaar.

    Patientnr.:

    Typ het patiëntnummer in van de patiënt naar wie je een mailing wilt sturen. Als je niets invult worden alle patiënten meegenomen.

    Status:

    Klik op  en kies of je patiënten met status “Niet in behandeling” en/of met status “In behandeling” een mailing wilt sturen. Als je niets invult worden alle statussen meegenomen.

    Postcode:

    Als je alleen een mailing wilt sturen naar patiënten uit een bepaald gebied, kun je hier de betreffende postcode intypen. Als je niets invult worden alle postcodes meegenomen.

     Je kunt ook op een groter gebied filteren door gebruik te maken van filtertekens. Als je “1200..1240” intypt, worden alleen patiënten geselecteerd die een postcode tussen 1200 en 1240 hebben.

    Woonplaats:

    Als je alleen een mailing wilt sturen naar patiënten uit een bepaalde woonplaats, kun je hier de betreffende woonplaats intypen. Als je niets invult worden alle woonplaatsen meegenomen.

    Therapeut:

    Je kunt ook een mailing sturen naar de patiënten van een bepaalde medewerker. Klik dan op  en dubbelklik op de medewerker. Als je niets invult worden de patiënten van alle medewerkers meegenomen.

    Huisarts:

    Je kunt een mailing sturen naar de patiënten van een bepaalde huisarts. Klik dan op  en dubbelklik op de arts. Als je niets invult worden de patiënten van alle huisartsen meegenomen.

  2. Klik op “Volgende”.

Tabblad 2

Wizard Mailing vanuit patiëntenlijst tab 2


Op dit tabblad zie je de patiënten die voldoen aan de criteria die je op het vorige tabblad hebt ingesteld.

  1. Selecteer de patiënten naar wie je een brief wilt sturen. Je kunt op een optie klikken, zodat het vinkje verdwijnt; deze patiënt wordt dan niet meegenomen.
     Via de knop “Alles deselecteren” worden alle opties in één keer uitgevinkt.
  2. Als alle patiënten uitgevinkt zijn, verandert de tekst in “Alles selecteren” waarmee je weer alle patiënten in de lijst tegelijk selecteert.
  3. Klik op “Volgende”.

Tabblad 3

Wizard Mailing vanuit patiëntenlijst tab 3


Op dit tabblad kun je kiezen welk briefontwerp je wil gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld een enquête of afspraakherinnering sturen.

  1. Klik op de naam van het briefontwerp dat je wil gebruiken.
     

    Als je op “Voorbeeld brief” klikt, wordt een voorbeeldbrief geopend. 

     

    Je kunt het briefontwerp wijzigen via menu [Systeem], [Ontwerpen], [Brieven].

  2. Klik op “Volgende”.

Tabblad 4

Wizard Mailing vanuit patiëntenlijst tab 4


Op dit tabblad kun je kiezen hoe je de mailing wilt versturen: per post (optie “Papier”), of per e-mail.

  1. Vul de velden in.
    Veld
    Omschrijving

    Papier

    Klik deze optie aan als je de mailing per post wilt versturen. Als je op “Voltooien” klikt worden de brieven geopend, en kun je deze printen en versturen.

    E-mail

    Klik op deze optie als je de mailing per e-mail wilt versturen.

    Op papier afdrukken als e-mailadres onbekend

    Dit veld is alleen beschikbaar als je hebt gekozen voor “E-mail”.

    Als er bij de patiëntgegevens geen e-mailadres is ingevuld, wordt de brief niet naar deze patiënt ge-e-maild. Je kunt er voor kiezen om in dat geval de brief te printen, en de brief per post te versturen. Vink dan dit vakje aan door er op te klikken.

    Verzenden als:

    Dit veld is alleen beschikbaar als je hebt gekozen voor “E-mail”.

    Klik op  en kies hoe je de brief wilt versturen in de e-mail. Is de brief de hoofdtekst, kies dan voor de optie “Tekst”. Je kunt de brief ook als bijlage aan een e-mail toevoegen. Kies dan voor de optie “Bijlage met opmaak (RTF)” of “Bijlage met opmaak (PDF)”.

    Adresetiketten afdrukken

    Klik op deze optie als je adres-etiketten wilt printen als je de brieven per post verstuurt. Klik vervolgens in de lijst daaronder op het ontwerp van het etiket dat je wilt gebruiken.

  2. Klik op “Voltooien”.
    Als je hebt gekozen voor het afdrukken van adresetiketten, wordt het scherm “Patient-etiket 8×3” geopend. Zie daarvoor de uitleg hierna.
    Als je hebt gekozen voor “Papier”, wordt het scherm “Mailing” geopend. Je kunt de brieven printen door op  onderin beeld te klikken.
        
    Als je hebt gekozen voor “E-mail” en je werkt NIET met de interne e-mail client ([Systeem], [Organisatie], [E-mailinstellingen]), wordt het e-mailprogramma gestart (bijvoorbeeld Outlook), en kunt je de e-mail versturen. Als het e-mailadres van de patiënt niet bekend is, wordt het scherm “Mailing” geopend.
        
    Als je hebt gekozen voor “E-mail” en je werkt WEL met de interne e-mail client ([Systeem], [Organisatie], [E-mailinstellingen]) én je hebt een ZIVVER postbus, wordt het scherm “E-mailbericht opstellen en verzenden” geopend. Hier kun je onderin aanvinken, of je wilt verzenden via ZIVVER. Klik daarna op “Verzenden”.
    Het bericht wordt via ZIVVER verzonden of je e-mailprogramma wordt gestart (bijvoorbeeld Outlook) en kunt je de e-mail versturen.  
       
    Het resultaat:  

Tabblad 5

Wizard Mailing vanuit patiëntenlijst tab 5


Op dit tabblad zie je een samenvatting van de brieven en eventueel de etiketten die zijn aangemaakt.

  1. Klik op “Sluiten”. 

Via de patiëntenlijst kun je etiketten printen. Deze etiketten kun je gebruiken om de envelop van nota’s of overige correspondentie te voorzien van een etiket.

 

Je kunt patiëntetiketten ook printen via menu [Bestand], [Patiënten], “Printen”, “Etiketten”.

  1. Klik op menu [Bestand], [Patiënten].
  2. Klik op “Printen”, “Etiket”.

     

    Je kunt het ontwerp van bestaande etiketten bekijken, en eventueel aanpassen. Klik daarvoor op het etiket en op . Klik vervolgens op “Ontwerp…”.

  3. Klik op “OK”.
  4. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  5. Stel zo nodig filters in.  
    Veld
    Omschrijving

    Startrij:

    Typ in op welke regel de afdruk moet beginnen. Bovenaan de pagina is startrij “1”.

    Startkolom:

    Typ in, in welke kolom de afdruk moet beginnen. Links op de pagina is startkolom “1”.

    Aantal:

    Typ het aantal etiketten in dat je per patiënt wil afdrukken.  

  6. Klik op tabblad “2. Patienten”.
  7. Stel zo nodig filters in.
     

    Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. 

    Veld
    Omschrijving

    Patientnr.:

    Klik op  en dubbelklik op de patiënt voor wie je etiketten wilt afdrukken.

    Status:

    Klik op  en kies een status. Alle patiënten met deze status worden afgedrukt.

    Achternaam:

    Typ de achternaam van de patiënt in. Alle patiënten met deze achternaam die voorkomen in de patiëntenlijst worden afgedrukt.

    Postcode:

    Typ de postcode in. Alleen patiëntgegevens van patiënten in dat postcodegebied worden afgedrukt.

     Je kunt ook een gebied selecteren. Bijvoorbeeld “1200..1240” levert een lijst op met alle patiënten die een postcode tussen 1200 en 1240 hebben.

    Verzekeraar (Basis):

    Klik op  en dubbelklik op de verzekeraar. Alle patiënten met deze basisverzekering worden afgedrukt. 

    Geboortedatum:

    Typ de geboortedatum van de patiënt in. Alle patiënten met deze geboortedatum worden afgedrukt. Alle patiënten met deze geboortedatum die voorkomen in de patiëntenlijst worden afgedrukt.

  8. Stel zo nodig een andere sortering in.
    Veld
    Omschrijving

    Sortering:

    Klik op  en kies een sorteermogelijkheid.

  9. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  10. Klik op “OK”.
  11. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  12. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Vanuit de patiëntenlijst kun je via een overzicht controleren of het BSN in de patiëntgegevens is geverifieerd. Via hetzelfde overzicht kun je ook zien of je een identiteitsmiddel hebt geregistreerd en of het geverifieerd is.

 

Je kunt een BSN verifiëren via een COV of via “Opvragen / verifiëren BSN”. Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.

 

Je kunt het overzicht ook afdrukken via menu [Rapporten], [BSN], [BSN controlelijst]. Ga in dat geval verder met stap 2.

  1. Klik op menu [Bestand], [Patiënten].
  2. Klik op “Printen”, “BSN controlelijst”.
  3. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  4. Stel zo nodig filters in.
     

    Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. 

    Veld
    Omschrijving

    Patiëntnr.:

    Klik op  en dubbelklik op de patiënt die je wil meenemen in het overzicht. 

    Burger Service Nummer:

    Typ het BSN in waarvan je wil controleren of het geverifieerd is.

     De patiënt moet wel in de agenda staan. Anders krijg je de melding dat er niets te printen is. In dat geval kun je de controlelijst ook via de patiëntgegevens afdrukken.Voor meer informatie, ga naar de “Zie ook” lijst onderaan deze uitleg.

    Bron BSN:

    Klik op  en kies:

    • SBV-Z: als je de patiënten wil afdrukken waarbij het BSN is geverifieerd door SBV-Z;
    • COV: als je de patiënten wil afdrukken waarbij het BSN is geverifieerd via een COV;
    • Andere BSN gebruiker: als je de patiënten wil afdrukken waarbij het BSN is geverifieerd via een andere therapeut of (verwijzend) arts;
    • Eigen administratie: als je de patiënten wil afdrukken waarbij het BSN niet is geverifieerd.

    BSN geregistreerd door:

    Klik op  en dubbelklik op een medewerker. Alleen patiënten met een BSN dat geregistreerd is door de ingevulde medewerker, worden afgedrukt.

    Datum BSN registratie:

    Typ de datum in of gebruik de kalender via . Alleen patiënten met een BSN dat geregistreerd is op die datum worden afgedrukt.

     Je kunt ook een periode invullen. Bijvoorbeeld de maand december: typ “01-12-2016..31-12-2016” in.

    Tijdstip BSN registratie:

    Typ een tijdstip in. Alleen patiënten met een BSN dat geregistreerd is op dit tijdstip worden afgedrukt.

     Je kunt ook een tijdsperiode invullen. Bijvoorbeeld ‘s morgens: typ dan “8:00..12:00” in.

    Identificatie via:

    Klik op  en kies welke patiënten je wil afdrukken in het overzicht:

    • Niet geïdentificeerd: als je de patiënten wil afdrukken waarbij is geregistreerd dat er geen identificatie is vastgelegd;
    • Vergewissing: als je de patiënten wil afdrukken waarbij is geregistreerd dat de patiënt al eerder geïdentificeerd is;
    • Paspoort: als je de patiënten wil afdrukken waarbij is geregistreerd dat ze zich geïdentificeerd hebben met een paspoort;
    • Identiteitskaart: als je de patiënten wil afdrukken waarbij is geregistreerd dat ze zich geïdentificeerd hebben met een identiteitskaart;
    • Rijbewijs: als je de patiënten wil afdrukken waarbij is geregistreerd dat ze zich geïdentificeerd hebben met een rijbewijs;
    • Vreemdelingendocument: als je de patiënten wil afdrukken waarbij is geregistreerd dat ze zich geïdentificeerd hebben met een vreemdelingendocument.

    Nummer identiteitsbewijs:

    Typ het nummer van het identiteitsbewijs in waarvan je wil controleren of het geverifieerd is.

     De patiënt moet wel in de agenda staan. Anders krijg je de melding dat er niets te printen is.

    Geldig ID:

    Klik op  en kies: 

    • Onbekend: als je de patiënten wil afdrukken waarbij een identificatiemethode is geregistreerd, maar die niet geverifieerd is.
    • Ja: als je de patiënten wil afdrukken die een geldig identiteitsbewijs hebben.
    • Nee: als je de patiënten wil afdrukken die geen geldig identiteitsbewijs hebben.
  5. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  6. Klik op “OK”.
  7. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  8. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Vanuit dit scherm kun je een overzicht afdrukken van alle uitgevoerde behandelingen. Zo kun je er bijvoorbeeld achter komen hoeveel behandelingen je tijdens een bepaalde periode.

  1. Ga naar menu [Rapporten], [Behandelingen], [Uitgevoerde behandelingen…].
  2. Stel zo nodig filters in op tabblad “1. Opties” en tabblad “2. Behandelingen“.
  3. Stel zo nodig een andere sortering in.
  4. Stel zo nodig het soort uitvoer in.
  5. Klik op de knop “OK”.
  6. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm).
  7. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Vanuit dit scherm kun je een overzicht afdrukken van alle uitgevoerde behandelingen per maand. Zo kun je er bijvoorbeeld achter komen hoeveel behandelingen je tijdens de zomerperiode hebt uitgevoerd.

  1. Klik op menu [Rapporten], [Behandelingen], [Uitgevoerde behandelingen per maand…].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig filters in op tabblad “1. Opties” en “2. Behandelingen“.
  4. Stel zo nodig het soort uitvoer in.
  5. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
  6. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  7. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Vanuit dit scherm kun je een overzicht afdrukken van alle uitgevoerde behandelingen per verzekeraar. Zo kun je er bijvoorbeeld achter komen hoeveel behandelingen je voor een bepaalde verzekeraar hebt uitgevoerd.

  1. Klik op menu [Rapporten], [Behandelingen], [Uitgevoerde behandelingen per verzekeraar…].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Stel zo nodig filters in op tabblad “1. Opties”.
     

    Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens.

    Veld
    Omschrijving

    Jaar:

    Typ het jaartal in waarvan je een overzicht wilt afdrukken.

    Rekenen met budget:

    Klik op  en kies of je in het overzicht rekening wilt houden met het budget.

    Status:

    Klik op  en kies of je behandelingen met status “Ongedeclareerd”, “Gedeclareerd” of “Beide” wil afdrukken.

  4. Klik op tabblad “2. Behandelingen”.
     
  5. Stel zo nodig filters in op tabblad “2. Behandelingen”.
     

    Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens.

    Veld
    Omschrijving

    Behandeld door:

    Klik op  en dubbelklik op de medewerker uit de behandeling van wie je de uitgevoerde behandelingen wil afdrukken.

    Codelijst:

    Klik op  en dubbelklik op de codelijst waarvan je de gekoppelde behandelingen wil afdrukken.

    Werkgever patient:

    Klik op  en dubbelklik op de instelling of het adres waarvan je de gekoppelde behandelingen wil afdrukken.

    Verzekeraar:

    Klik op  en dubbelklik op de verzekeraar; de behandelingen die onder deze verzekeraar(s) vallen, worden meegenomen.

    Soort betaler:

    Klik op  en kies of je de behandelingen met als betaler “Verzekeraar”, “Patient” en/of “Instelling” wil afdrukken.

  6. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  7. Klik op “OK”; het rapport wordt afgedrukt zoals je bij de rubriek “Uitvoer” hebt ingesteld.
     
  8. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  9. Sluit het scherm (“ESC” of ).

Veel praktijken willen graag een overzicht van patiënten, die al een tijdje geen behandeling meer hebben gehad. Via dit rapport kun je dat eenvoudig zien. Daarbij wordt ook het telefoonnummer van de patiënt getoond, zodat je direct patiënten kunt nabellen.

  1. Klik op menu [Rapporten], [Behandelingen], [Tijd sinds laatste behandeling].
  2. Selecteer zo nodig een al bestaande filter- en sortering-instelling (  en klik op een instelling).
  3. Kies op dit tabblad of je de tijd als dagen of weken wil tonen.
  4. Klik op tabblad “2. Patienten”.
  5. Stel zo nodig filters in.
     Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens.
     Als je het veld leeg laat, worden alle gegevens meegenomen in het overzicht. Als je bijvoorbeeld het veld “Artsnr.:” leeg laat, worden alle artsen meegenomen in het rapport.
    Veld
    Omschrijving

    Patientnr.:

    Klik op  en dubbelklik op de patiënt die je op het overzicht wil afdrukken. 

    Status

    Klik op  en kies of je patiënten met status “In behandeling” of “Niet in behandeling” wil afdrukken.

    Therapeut:

    Klik op  en dubbelklik op de medewerker van wie je de patiënten wil afdrukken. (Dit is de therapeut die op tabblad “1. Algemeen” van de patiëntgegevens is ingevuld). 

    Datum laatste behandeling:

    Typ de datum van de laatste behandeling in, of gebruik de kalender via . Alle behandelingen op die datum worden afgedrukt. 

     Je kunt specifieke filters instellen door gebruik te maken van filtertekens. Voorbeeld: als je wilt uitzoeken welke patiënten vanaf een bepaald datum geen behandeling meer gehad hebben, typ je “< [datum]” in (bijvoorbeeld “<30-10-2016”).

    Dagen sinds laatste behandeling:

    Typ het aantal dagen sinds de laatste behandeling in. Alle patiënten met dit aantal dagen worden op het overzicht getoond.

     Handig is om het filterteken “>” te gebruiken. Bijvoorbeeld >21. Alle patiënten die de afgelopen 3 weken geen behandeling gehad hebben, worden op het overzicht getoond.

  6. Stel zo nodig het soort uitvoer in (zie onderaan deze uitleg).
  7. Klik op “OK”.

    In het overzicht zie je onder andere wie de therapeut is, hoeveel dagen/weken sinds de laatste behandeling zijn verlopen en wat het telefoonnummer van de patiënt is.
  8. Als je bij de rubriek “Uitvoer” hebt gekozen voor “Scherm”, dan kun je zo nodig het rapport alsnog op papier printen, of opslaan als PDF (links onderin het scherm). Klik op  om te printen en op  om te bewaren.
  9. Sluit het scherm (“ESC” of ).